Distributeurs vellen oordeel over selectieve regelingen Filmfonds

Bijgewerkt op 03 augustus 2018

De FDN – Filmdistributeurs Nederland – publiceerde vorige maand een rapport over de vraag waarom Nederlandse films slecht worden bezocht en hoe dit te verbeteren. Om antwoord te krijgen op deze vragen zijn feiten en prestaties van Nederlandse film geanalyseerd, ook in relatie tot het filmfondsbeleid.

De FDN komt in het rapport tot een aantal conclusies en een aanbeveling; namelijk

Verdeel subsidie zoveel mogelijk via automatische regelingen.

Vanuit een makersperspectief hebben we dit – om andere redenen – ook al eerder bepleit, zie onze homepage en het artikel Nederlandse film, tijd voor oplossingen

Hoe komt FDN tot deze aanbeveling?

FDN constateert dat films die inhoudelijk goedgekeurd zijn door het Filmfonds aanmerkelijk slechter presteren aan de boxoffice dan films die ondersteund worden via de inmiddels afgeschafte automatische suppletieregeling.

Deze conclusie onderbouwt de FDN met de bioscoopresultaten van Nederlandse films die tussen 2013 en 2017 in de bioscoop verschenen zijn. Per film is vervolgens in kaart gebracht via welke regeling de films door het Filmfonds ondersteund zijn ; automatisch (suppletieregeling) of selectief (inhoudelijk goedgekeurd)

Het blijkt dat 33% van de films die inhoudelijk goedgekeurd zijn (selectief) door het Filmfonds  minder dan 10.000 bezoekers trekt.

66% van deze films trekt minder dan 50.000 bezoekers

En in 2017 trok slechts 10% van deze films meer dan 100.000 bezoekers, terwijl 79% van de films die met suppletiegeld ondersteund zijn meer dan 100.000 bezoekers trok.

We hebben de cijfers niet gecontroleerd, maar op basis hiervan is het gerechtvaardigd te concluderen dat een inhoudelijke goedkeuring van het filmfonds geen garantie is voor een volle zaal.

Daar komt nog bij dat het Filmfonds de inhoudelijke beoordeling in de afgelopen jaren steeds meer is gaan uitbreiden. 

Hierdoor ontstaat bij de FDN de (terechte) vrees dat op het moment dat subsidie meer en meer via inhoudelijke beoordeling verdeeld zal worden, dit tot nog meer lege zalen zal leiden.

Het Filmfonds hanteert mogelijk de visie dat publieksfilms zich van de Production Incentive en het Abraham Tuschinski Fonds kunnen bedienen zodat het Filmfonds zich kan richten op het ondersteunen van de meer kunstzinnige films. Dat zou een beleidskeuze kunnen zijn, die we overigens niet officieel aangekondigd hebben gezien.

Het lastige hiervan zou zijn dat door de wijze waarop de Production Incentive is ingericht slechts een selecte groep producenten gebruik kan maken van de regeling. Bovendien moet 50% van de financiering gegarandeerd zijn wil je kunnen aanvragen. Aan deze eis kunnen alleen Nederlandse producenten voldoen die ofwel een lowbudget film maken – in welk geval de directeur / bestuurder van het Filmfonds goedkeuring moet geven – of, in het geval van een normaal budget (meer dan 1.8 miljoen), een bijdrage hebben ontvangen via een selectieve regeling. Om een film te kunnen maken voor een normaal budget ben je dus altijd nog afhankelijk van het inhoudelijke oordeel van het Filmfonds. Behalve ervaren Nederlandse producenten kunnen ook de grote buitenlandse producties aan de eisen voldoen.

De Cash Rebate is in die zin geen regeling die het investeren in de Nederlandse film stimuleert, maar die in de praktijk vooral buitenlands geld en producties naar Nederland haalt. De incentive stimuleert de facilitaire bedrijven, maar wanneer er geen goede financieringsmogelijkheden gecreëerd worden voor risicodragende investeerders stimuleert het niet de productie van Nederlandse films, en dus ook niet die van publieksfilms.

De FDN vraagt zich dus misschien wel terecht af of het in de toekomst nog wel mogelijk zal zijn om de Nederlandse publieksfilm te financieren.  Dit is zorgelijk wanneer je bedenkt dat publieksfilms belangrijk zijn voor de Nederlandse film als geheel.

Hedy Lamarr

VANUIT MAKERSPERSPECTIEF

Ook Afdeling Filmzaken beveelt het gebruik van automatische regelingen aan, alleen om een andere reden. Autonomie is belangrijk voor filmmakers en in onze ogen essentieel voor het ontstaan van eigenzinnige films. Uit de praktijk blijkt dat selectieve regelingen aanleiding geven voor veel inhoudelijke bemoeienis vanuit fondsen en dus op gespannen voet staan met eigenzinnigheid.

Nu blijkt dat de inhoudelijke selectie van het Filmfonds niet aantoonbaar leidt tot vollere zalen, rijst de vraag waarom er eigenlijk gewerkt wordt met een inhoudelijke beoordeling.

Als inhoudelijke goedkeuring van het Filmfonds blijkbaar niet aantoonbaar leidt tot meer publiek voor een film, waar leidt het dan wel toe?

De constatering in het rapport is met name voor scenarioschrijvers belangrijk. Bij het schrijven van een scenario met steun van het Filmfonds wordt het schrijfproces in fasen opgedeeld, is er in elke fase begeleiding en moet er goedkeuring gegeven worden alvorens de schrijver naar een volgende fase kan. De legitimatie hiervoor is ongetwijfeld dat deze bemoeienis een project zal verbeteren. Maar hoe en of dit feitelijk het geval is, is dus de vraag.

Als het doel van het Filmfonds is om het creëren van artistieke films te bevorderen dan ligt het voor de hand dat de inhoudelijke bemoeienis tot een minimum beperkt wordt. Een artistieke film ontstaat niet volgens een recept. Voor het ontstaan van een interessant artistieke film is de autonomie van de maker essentieel. Wat dat betreft zou subsidie niet op projectbasis, maar eerder toegekend kunnen worden aan de maker(s) zodat hij in alle vrijheid zijn script kan schrijven en de film kan maken zoals hij die voor ogen heeft; volgens zijn eigen kwaliteitsnorm.

Voor ons bevestigt de uitkomst van het FDN rapport dat subsidie zoveel mogelijk verstrekt zou moeten worden via automatische regelingen. Wij vinden dat subsidie tot doel zou moeten hebben te investeren in de ontwikkeling van het talent van scenarioschrijvers, regisseurs en producenten. Bovendien is het  belangrijk dat het investeren in Nederlandse films ook voor private partijen aantrekkelijk wordt gemaakt zodat er een meer gevarieerde financieringsstructuur ontstaat, niet alleen voor de publieksfilm, maar ook voor de artistieke film.

Cultuurindex.nl besteedt ook aandacht aan het rapport van de FDN in het artikel Gaat het ècht zo slecht met de Nederlandse film?

 

Advertentie
Dit bericht werd geplaatst in Alle berichten, filmbeleid > issues en getagged met , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op Distributeurs vellen oordeel over selectieve regelingen Filmfonds

  1. Pingback: Artikel | Trends & Ontwikkelingen 12 juli 2018 - Mestmag.nl

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s