Ze krijgen toch een honorarium!
Het artikel over de verdeling van inkomsten van Soof2 is duizenden keren bekeken en riep flink wat reacties op. En er werd gevraagd waarom de scenarioschrijver en regisseur mee moeten delen in opbrengsten als ze ook een honorarium ontvangen.
Melle Runderkamp : Die hele notie dat een scenarist of een regisseur maar net rond kan komen en geen pensioen op kan bouwen, dat is al waar het mis gaat. Daar gaat het helemaal niet om. Je hebt niet recht op een aandeel omdat je zielig bent, je hebt recht op een aandeel omdat je een aandeel hebt geleverd.
Dit is een belangrijke vraag die een zorgvuldig antwoord verdient.
Exploitanten (en soms ook producenten) stellen zich namelijk op het standpunt dat makers een honorarium ontvangen, dat ze dus niet investeren in de film en daarom ook geen recht hebben op een aandeel in de opbrengsten. Alsof je alleen recht hebt op een aandeel in opbrengsten wanneer je geld hebt geïnvesteerd, alsof er geen auteursrechten bestaan, alsof makers niet simpelweg (mede) eigenaren van de film zijn?
We lichten het zo helder mogelijk toe.
De scenarioschrijver en regisseur krijgen inderdaad net als de producent een honorarium voor het maken van de film.
In het geval van Soof2 ontving de producent waarschijnlijk een bedrag tussen 110.000 – 220.000 euro voor het maken van de film. Hiervan heeft hij, volgens Facts en Figures mei 2017 een bedrag van 130.000 in de film geïnvesteerd.
Dit bedrag heeft hij teruggekregen uit de bioscoopinkomsten, net als de distributeur trouwens die ook zijn investering terug heeft gekregen (1.150 miljoen).
Uitgaande van de verdeling die wij opgesteld hebben (dit is overigens op basis van openbare gegevens, de werkelijke verdeling kan dus net iets anders zijn) heeft de distributeur niet alleen zijn investering terug, hij ontving daar bovenop een bedrag van 1.163 miljoen. En ook de producent ontving 58.500 euro bovenop zijn investering. De producent krijgt ook nog een bonus voor succes van het filmfonds; 658.337 euro voor het maken van een nieuwe film.
In het geval van Soof2 was er dus sprake van aanzienlijke winst.
Laat duidelijk zijn dat het belangrijk is dat investeerders winst kunnen maken, alleen al omdat ze daardoor opnieuw kunnen investeren en er nieuwe films gemaakt kunnen worden.
Waar het ons omgaat is dat dit voor de scenarioschrijver, regisseur en hoofdrolspelers ook geregeld zou moeten zijn. Simpelweg omdat zij voor het belangrijkste gedeelte verantwoordelijk zijn voor het succes van de film; omdat ze om die reden belangrijke auteursrechten hebben gekregen en ze dus volgens de wet (mede) eigenaar zijn van de film!
Is het honorarium dan niet voldoende?
In dit geval weten we dat de betrokken regisseur en scenarioschrijver tussen de 50.000 en 100.000 euro hebben ontvangen, inclusief overdracht van rechten waarvoor ze een winstaandeel in de producentenopbrengst kregen.
Dit komt neer op een netto inkomen tussen de 30.000 en 60.000 euro per jaar. Hiervan kunnen ze op het moment dat ze de film maken (meestal een jaar) de huur betalen, hun kinderen eten geven en leven, maar het is niet voldoende voor het opbouwen van een pensioen, laat staan dat er een buffer gevormd kan worden voor mindere tijden of ruimte is voor het investeren in nieuw werk.
De filmmakers moeten na het maken van hun bioscoophit meteen weer een nieuwe film maken. En als ze geen gefinancierd project klaar hebben liggen dan moeten ze een opdracht doen.
Het komt er op neer dat de scenarioschrijver en regisseur van een bioscoophit eigenlijk werknemers zijn met een modaal inkomen, die van opdracht naar opdracht gaan, geen pensioen kunnen opbouwen en geen enkele zekerheid hebben. Dat is onrechtvaardig op het moment dat er met hun werk aanzienlijke winsten worden gemaakt.
Juist omdat de wetgever deze situatie wilde voorkomen hebben de hoofdmakers van een film sterke auteursrechten gekregen, rechten die ze moeten beschermen tegen onzekere arbeidsomstandigheden, die moeten waarborgen dat ze beloond worden voor succes en die ze de mogelijkheid geeft een buffer op te bouwen en te investeren in nieuw werk.
Maar uit de inkomstenverdeling van Soof2 blijkt dat allerlei partijen mooie winsten maken met het werk van de makers en dat de makers zelf, ondanks hun auteursrechten, hier nauwelijks in meedelen.
En dat kan beter geregeld. We zeggen het nog maar een keer :
EEN GOED AUTEURSRECHT VOOR FILMMAKERS betekent:
Een collectief te incasseren
proportionele (vast percentage van bruto opbrengst)
vergoeding voor iedere exploitatie
Zie ook ons voorstel aan het einde van het vorige artikel of bekijk het filmpje dat PAM hierover gemaakt heeft.
Makers doen het niet voor de centjes.Mijn regie-gage stort ik volledig terug in mn film omdat het projekt anders toch nooit doorgaat! Volgens mij doet Dick(Maas) dat trouwens ook.
Makers moeten weer meer kunnen maken wat ze zelf willen maken.Krijgen we verhalen met ballen die persoonlijker zijn en die een handtekening dragen.Meer Macht terug naar Makers !
Soof 2 heeft opgebracht 6,8 miljoen euro aan recette. Daarvan gaat 80% naar de filmtheaters voor het slot en de kaartverkoop. Dus resteert: 1.368.000 er is door het filmfonds geinvesteerd 688.000 € en nog eens 400.000 door prive inleg aan emissie. Van die 1.368.000€ gaat de helft naar de distributeur.
Leg dan eens uit waarom deze industrie nog bestaat!