Kosten uitvoering filmbeleid in 15 jaar verviervoudigd van 1 miljoen naar 4.3 miljoen

Bijgewerkt maart 2019.  Ons artikel uit 2017 hebben we aangepast op basis van de jaarverslagen 2017 en 2018 van het Filmfonds

Door de komst van de Kaderwet ZBO, de code cultuurfondsen en governance code is de uitvoering van filmbeleid transparanter geworden. In jaarverslagen staat vermeld hoeveel mensen erbij betrokken zijn en wat het kost. Aan de hand van informatie op de site van de film- en bioscoopbranche kregen we bovendien een beeld van de mensen die in het verleden betrokken waren. Per onderwerp hebben we een aantal belangrijke aspecten op een rij gezet.

WAT OPVALT : De regeldruk is door de jaren heen toegenomen. In 1985 bestond een aanvraag uit ongeveer twee A4tjes terwijl de aanvrager op dit moment voor een realisatieaanvraag ongeveer 30 pagina’s inhoudelijke toelichtingen aanlevert met nog eens 60 pagina’s zakelijke informatie, afgezien van de vele versies van het scenario.

De inhoudelijke en zakelijke controle die het fonds uitvoert is waarschijnlijk een belangrijke reden voor het stijgen van het aantal mensen dat betrokken is bij de uitvoering van filmbeleid. Dat aantal is sinds 2004 meer dan verdubbeld van 20 naar 44 medewerkers in 2018.

NB Subsidieregelingen die na 2010 worden opgesteld dienen aan het  Uniform Subsidiekader USK te voldoen, misschien dat dit uiteindelijk iets gaat schelen aan regeldruk.


D I R E C T I E  &  B E S T U U R  F I L M F O N D S

1956 – Oprichting Productiefonds van de Nederlandse film met een vijfkoppig bestuur, waaronder de directeur van de Nederlandse Bioscoopbond.
1976 – De heer van Taalingen wordt secretaris van het Productiefonds.
19831993  Jan Blokker is voorzitter van het Productiefonds. Mejuffrouw meester Krietemeijer (die ook in dienst is van de bioscoopbond) is secretaris. Ze wordt later opgevolgd door Barbara Stroink.
1983 – Rinus Haks is penningmeester van het Fonds voor de Nederlandse Film.
1993 – fusie Productiefonds van de Nederlandse film met Fonds voor de Nederlandse Film. Oprichting van Stichting Nederlands Fonds voor de Film. Ryclef Rienstra is directeur.  Leo Spigt voorzitter van het bestuur.
1998 – Leo Spigt wordt als bestuursvoorzitter opgevolgd door Felix Rottenberg.
2001 – Directeur Rienstra vertrekt in 2001 naar de Van Den Ende foundation.  Toine Berbers wordt de nieuwe directeur.
2003 – Felix Rottenberg verlaat het bestuur en wordt opgevolgd door Hans Dijkstal.
2008 – Het Filmfonds wordt bestuurlijk hervormd. Het bestuur maakt plaats voor het raad van toezicht model. Gerlach Cherfontaine wordt voorzitter van de Raad van toezicht.
2009 – Toine Berbers wordt in oktober 2009 opgevolgd door directeur/bestuurder : Doreen Boonekamp.
2011 – Het fonds krijgt een nieuwe naam :  Het Nederlands Filmfonds.
2017 – Thom de Graaf volgt Gerlach Cerfontaine op als voorzitter van de raad van toezicht. De raad van toezicht bestaat verder uit : Victor van de Chijs, Laetitia J. Griffith,  Charlotte Insinger, Patricia Pisters, Susi Zijderveld. Er is een rooster van aftreden.                         2018 – Thom de Graaf wordt opgevolgd door Laetitia J. Griffith, als voorzitter van de raad van toezicht.De raad van toezicht bestaat verder uit : Victor van de Chijs, Charlotte Insinger, Patricia Pisters, Peter Schurs. Er is een rooster van aftreden.
2019 –  oktober 2019 loopt de termijn van de huidige directeur bestuurder af.

 AANTAL MENSEN WERKZAAM

Vooral de laatste jaren is het aantal medewerkers bij het Filmfonds gestegen. Allereerst omdat de commissies plaatsmaakten voor consulenten met een vast dienstverband, maar ook omdat de regeldruk met de jaren toeneemt. Niet alleen de sector besteedt veel tijd en mankracht aan het inleveren van de nodige informatie, de informatie moet ook gecontroleerd worden.

In de negentiger jaren werkten er ongeveer 10 mensen bij het Filmfonds, inmiddels is dit aantal verviervoudigd en staan er 44 personeelsleden vermeld in het jaarverslag. Uitgedrukt in fte zijn dat er 37,29 (full time employers).


K O S T E N

De beheerslasten van het Filmfonds zijn de afgelopen jaren ruim verviervoudigd; van 1 miljoen in 2004 naar 4.26 miljoen in 2018. Deels komt dat door de cash rebateregeling, maar zoals eerder gezegd is ook de regeldruk toegenomen.


B U D G E T

Het Filmfonds is op dit moment het grootste kunstzinnige cultuurfonds, gevolgd door het Fonds Podiumkunsten.

Door de jaren heen is het budget gestegen. Meest recent door de Suppletieregeling (2006) en in 2014 door de Production Incentive; de Cash Rebate.

              • 1996 :   6 miljoen

              • 2002 : 20 miljoen

              • 2006 : 30 miljoen

              • 2018 :  52 miljoen

Het grootste bedrag gaat nog steeds naar filmproductie.

Budget beschikbaar voor ontwikkeling en filmproductie – speelfilm, documentaire en animatie :

2012 :  +/- 33 miljoen

21 miljoen via selectieve regeling en 12 miljoen via semi-automatische regeling

2018 :  +/- 45 miljoen

20 miljoen via selectieve regeling en 25 miljoen via semi-automatische regelingen  (nb. in 2016 was dit  22 miljoen via selectieve regelingen en 22 miljoen via semi-automatische regelingen)

M A R K T A A N D E E L  &  P R I J Z E N

Het is niet eenvoudig om aan te geven wat de samenleving terugkrijgt voor het beschikbaar gestelde geld. Het marktaandeel van de Nederlandse film is een graadmeter, het drukt uit hoe vaak mensen voor een Nederlandse film kiezen wanneer ze naar de bioscoop gaan. Door de jaren heen blijkt dat het publiek wisselend kiest voor een  Nederlandse film. Gemiddeld genomen is het sinds 2000 12%. Dat is een stuk meer dan het in de beginperiode was en ook meer dan in de jaren negentig, toen daalde het marktaandeel namelijk tot rond de 1%. Helaas is het marktaandeel in 2016 gedaald naar  het niveau van tien jaar geleden en is het daarna elk jaar een stukje verder gezakt.

Maar een hoog marktaandeel zegt nog niet alles. Filmbeleid moet ook het ontstaan van kwaliteit stimuleren. Een kwaliteit die blijkt uit de waardering van internationaal festivalpubliek bijvoorbeeld.

Er zijn ontzaglijk veel festivals en Nederlandse films winnen op deze festivals regelmatig prijzen, maar niet elke prijs is internationaal gezien van betekenis, daarom beperken we ons tot het winnen van Oscars.

1959 – Documentaire Glas van Bert Haanstra wint een Oscar
1986De Aanslag van Fons Rademakers wint een Oscar
1996Antonia van Marleen Gorris wint een Oscar
1997Karakter van Mike van Diem wint een Oscar

De afgelopen jaren zijn twee films geselecteerd op grote festivals :

2013 – Selectie Cannes : Borgman van Alex van Warmerdam
2016 – Selectie Venetie : Brimstone van Martin Koolhoven

Een ander aspect is dat Nederlandse filmmakers internationaal zeer geliefd zijn en regelmatig in Amerika bijvoorbeeld een indrukwekkende carriëre opbouwen.


Bronnen :
Om een beeld te krijgen van hoe filmbeleid in het verleden uitgevoerd werd en de kosten hebben we gebruik gemaakt van site van de bioscoopbranche waar jaarverslagen en andere publicaties op staan.
En verder hebben we geput uit onderstaande bronnen
    • Facts & Figures Filmfonds, jaarverslagen,
    • ZBO in beeld 2016
    • Canon van de Nederlandse film
Advertentie
Dit bericht werd geplaatst in Alle berichten, filmbeleid > filmfonds, filmbeleid > issues, geschiedenis en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op Kosten uitvoering filmbeleid in 15 jaar verviervoudigd van 1 miljoen naar 4.3 miljoen

  1. Pingback: Artikel | Trends & Ontwikkelingen 29 maart 2019 - Mestmag.nl

  2. Pingback: Filmfondsreglementen 2010-2019 | Meer economie dan cultuur? | Afdeling Filmzaken

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s