Op zondagmiddag 17 maart is de Zilveren Pen 2019 uitgereikt.
De Zilveren Pen is in 2017 in het leven geroepen door het Netwerk Scenarioschrijvers om individuen of instellingen te eren die zich onderscheiden in het zichtbaar maken van scenarioschrijvers. Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ingrid van Engelshoven ontving dit jaar de prijs. De prijs is aan haar toegekend als blijk van waardering voor haar aandacht voor scenaristen en als stimulans om de dialoog die onder haar aanvoering op gang is gekomen met scenarioschrijvers, regisseurs en acteurs voort te zetten.
Afdeling Filmzaken heeft vorig jaar de Zilveren Pen gewonnen. Aan de prijs is verbonden dat de winnaar een lezing houdt, op de eerst volgende uitreiking. Esmé Lammers, die samen met Gamila Ylstra, leiding geeft aan Afdeling Filmzaken gaf de lezing in aanwezigheid van de minister, met als titel Wat bedoelen we als het over kwaliteit hebben?
Hieronder de volledige tekst van de lezing
Geachte minister, collega scenarioschrijvers, regisseurs – genodigden.
Het zijn verontrustende, maar ook interessante tijden: we krijgen nieuw filmbeleid; een nieuwe fonds-directeur; het marktaandeel van de Nederlandse film heeft een duikvlucht genomen en – als we eerlijk zijn – doen we het op de internationale festivals minder goed dan we zelf ambiëren.
De kwaliteit van de Nederlandse film moet omhoog en er liggen mogelijkheden om zaken anders te regelen. Maar hoe zorgen we dat het niet blijft bij wensen en goede intenties?
Kwaliteit is de kern bij de beoordeling van filmsubsidieaanvragen en het is inmiddels ook een hot topic in de discussie onder filmmakers over hoe het allemaal beter zou kunnen; en – natuurlijk – streven wij als makers er voortdurend naar bij het maken van onze films; films waarmee we de wereld willen veroveren, te beginnen in Nederland.
Maar als we het over ‘Kwaliteit’ hebben, zien we dan allemaal hetzelfde voor ons?
Ik denk het niet. In mijn idee heerst er al jaren verwarring over dit kernbegrip. Dat realiseerde ik me toen ik zelf intendant was bij het Filmfonds en heb het daarna ook meerdere malen als scenarioschrijver-regisseur ‘aan de andere kant van de tafel’ ondervonden.
Bijvoorbeeld toen ik in een discussie belandde over de kwaliteit van een project en op een gegeven moment vertwijfeld vroeg aan de medewerker van het Filmfonds: “Maar wat bedoel je eigenlijk met Kwaliteit?”
Waarop de desbetreffende medewerker enigszins geïrriteerd raakte en antwoordde: “Ik weet echt wel wat daarmee bedoeld wordt en als jij het niet weet, dan zoek je het maar op in het woordenboek. “
Het leidde niet tot meer helderheid.
En dat is niet handig op het moment dat diverse partijen willen samenwerken om tot ‘betere’ films te komen. Dit zou toch het liefst gedaan moeten worden vanuit een heldere visie op kwaliteit en hoe het ontstaat.
Dit is natuurlijk verre van eenvoudig. En toch is het essentieel om scherper te krijgen wat de rol van de fondsen is en wat wij makers zelf kunnen doen.
Vandaag doe ik graag met jullie een poging tot meer helderheid. Hopelijk levert dit een inspirerende bijdrage aan het debat dat nu gevoerd moet worden over nieuw, filmbeleid en de toekomst van de Nederlandse Film.
Maar eerst wil ik mijn dankbaarheid nog een keer tonen.
Het winnen van de Zilveren Pen, vorig jaar, betekende voor Gamila Ylstra en mij een enorme steun voor wat we met Afdeling Filmzaken willen bereiken: informeren en een inspirerend debat aanzwengelen.
Misschien is er niet echt sprake van een angstcultuur, maar je uitspreken over filmbeleid, dat is toch iets dat de meesten van ons het liefst anoniem doen. Dit bleek ook uit de veelbesproken enquête van het Filmmakersinitiatief.
Daarom, geacht bestuur van Netwerk Scenarioschrijvers, Gamila en ik zijn zeer enorm dankbaar voor de openlijke steun die jullie ons gaven in de beginfase.
Wat is Kwaliteit?
Als eerste stap zou ik jullie willen vragen om de films die indruk hebben gemaakt in gedachten de revue te laten passeren. Films uit je jeugd, Dumbo of Back to the Future? Of toen je tiener was en misschien voor het eerst verliefd, Turks Fruit, Jaws, Clockwork Orange of wellicht Titanic? Het kan ook een film zijn die je tijdens je studie zag of recentelijk. Het gaat erom dat je een beeld hebt.
Wat zijn de criteria voor kwaliteit?
Wanneer je je favoriete film voor je ziet, is er dan een inhoudelijke eigenschap waardoor je denkt dat jouw favoriete film onmiskenbaar kwaliteit heeft. Vergelijk het met het aantal karaats in een klomp goud.
Is hij zo voortreffelijk, omdat je je herkent in de hoofdpersoon en hij zich ontwikkelt? Zo ja, dan is dat misschien een criterium: In een goede film ontwikkelt de hoofdpersoon zich.
Heel waarschijnlijk zal er meteen ook iemand anders opstaan die zegt: “Nee, mijn hoofdpersoon liep als een zombie door het beeld, maar hij was zó grappig!”
En een derde: “De film had geen plot en dat vond ik een verademing. De wereld is niet te vangen in een verhaaltje.”
Elke keer dat je denkt dat je er bent, is er weer een film die nergens aan voldoet en toch GEWELDIG wordt gevonden.
Het is dus hondsmoeilijk om tot een set inhoudelijke criteria te komen voor een goede film. En dit is niet verwonderlijk.
Volgens de wereldvermaarde script consultant Robert McKee is het kijken van een film namelijk een ervaring, een film brengt een reactie teweeg.
No matter where a film is made – Hollywood, Paris, Hong Kong – if it’s of archetypal quality, it triggers a global and perpetual chain reaction of pleasure that carries it from cinema to cinema, generation to generation.
En inderdaad, dat is precies waar je favoriete film toe leidde, tot een reactie, een ervaring; hij heeft je geraakt, vermaakte je of gaf je vleugels. Díé reactie bepaalt of we een film GOED vinden. En het is die kwaliteit – die eigenschap – van een film, waar we als makers naar op zoek zijn.
We zoeken dus een omschrijving van kwaliteit die recht doet aan de grote diversiteit aan films die mensen blijkbaar goed vinden. Het moet ruimte bieden voor de subjectiviteit van de beleving, en daarover geen waarde oordeel uitspreken. We willen wel graag kwaliteit in kaart kunnen brengen.
Dit kan bijvoorbeeld met de omschrijving:
De Kwaliteit van een film blijkt uit de waardering die iemand – of een groep mensen-, op een bepaald moment heeft voor een film.
Dat lijkt een open deur, en toch leidt het tot meer helderheid.
In het geval van de discussie die ik voerde met de Filmfondsmedewerker had ik kunnen vragen : “Welke publiek moet er uiteindelijk waardering hebben voor de film? Is dat festivalpubliek, een groot bioscooppubliek of die van jouzelf? En als je dat weet, weet jij dan ook hoe we die waardering kunnen bereiken? Kan jij op basis van het scenario een voorspelling doen over hoe een publiek zal gaan reageren?”
Deze vragen zouden al veel meer duidelijkheid hebben gegeven. Want hoe goed de beoordelaar ook is – ook al heet hij Steven Spielberg of Paul Verhoeven – hij zal de reactie van een publiek op een film niet kunnen voorspellen.
Dit besef kan een aanwijzing van een fonds ook enigszins relativeren.
Maar, hoe zorgen we desondanks dat we met onze films een reactie teweeg kunnen brengen bij een publiek.
Hoe ontstaat kwaliteit?
De eerdergenoemde McKee benadrukt:
All notions of paradigms and foolproof story models for success are nonsense.
Er zijn dus geen regels, maar dit betekent niet dat we als makers in het wilde weg maar van alles uitproberen.
Er zijn namelijk wel principes: namelijk een schrijver of regisseur moet eerlijk zijn. Hierbij geldt hoe persoonlijker de film is, hoe groter de kans dat hij een universele snaar raakt. Op dat moment ontstaat wat McKee noemt àrchetypal quality, die, vrij vertaald, leidt tot een wereldwijde kettingreactie van gelukzaligheid.
Uiteindelijk bepalen de makers dus of er überhaupt kwaliteit ontstaat. Zij hebben de verantwoordelijkheid om hun verhaal te vertellen en dit zo goed mogelijk te doen. YOU HAVE TO MASTER THE FORM. Je moet je technieken beheersen. Hoe je ze inzet is aan jou, maar je moet ze wel beheersen.
De auteurs van een film
De stem van een maker is dus van belang om tot een film te komen die een snaar raakt bij een publiek. Dit klopt waarschijnlijk ook wanneer we aan onze favoriete film denken. De kans is groot dat de stem van de makers, een scenarioschrijver, regisseurs samen met acteurs en de andere makers er stevig in doorklinkt.
Om tot een hogere Kwaliteit te komen – lees films die communiceren met een publiek – moet de stem van de makers er dus meer kunnen doorklinken.
En, het maakproces moet goed verlopen.
Het maken van een film is een creatief proces
Het lastige is alleen dat dit, net als bij schilderen, het schrijven van een boek of het maken van een beeld en een foto, een creatief proces is. En dit is lastig te sturen.
Dat het maken van een film een creatief proces lijkt men de laatste jaren meer en meer te vergeten.
Niemand zal het bijvoorbeeld in zijn hoofd halen om een schilder die aan het werk is te verstoren. Waarom gebeurt dit dan wel bij het maken van een film? Waarom worden scenarioschrijvers met talloze deadlines en afspraken bij financiers uit de flow van het schrijven gehaald? Een scenarioschrijver vulde bij de enquête van het Filmmakersinitiatief in :
Voor een speelfilm zit ik soms wel 10x bij het fonds: na een idee-check, na een toezegging van een synopsis, 2x voor een treatment en 2x voor een scenario. Tussen elke indiening zit 2 maanden en soms wisselen de adviseurs in die tijd.
Natuurlijk, het maken van een schilderij is een stuk goedkoper en de investeringen zijn minder groot, maar dat is geen reden om het creatieve proces te gaan controleren en daarmee overhoop te halen. Het is eerder omgekeerd.
Juist omdat het maken van een film peperduur is, is het belangrijk dat het creatieve proces optimaal verloopt.
Dat we als scenarioschrijvers, regisseurs, acteurs, cameramensen, artdirectors en editors veel met elkaar overleggen en communiceren, betekent niet dat we niet bezig zijn met een creatief proces. Voor hen geldt exact hetzelfde als voor iedere andere kunstenaar – én voor een broedende kip -: tijdens het creëren niet storen graag!
Samenvatting en conclusies
Om tot enkele conclusies te komen vat ik het nog even samen.
De Kwaliteit van een film blijkt uit de waardering die een bepaald publiek op een bepaald tijdstip heeft voor de film.
De scenarioschrijver, regisseur, acteurs, cameramensen, artdirector en editor hebben het talent en de technieken in huis om via bewegend beeld en geluid een reactie teweeg te brengen bij een publiek.
Hoe kan Filmbeleid het ontstaan van dit soort Kwaliteit ondersteunen?
En wat kunnen wij doen, de makers?
We zouden als eerste stap het creatieve proces beter moeten beschermen en misschien moeten we ook wel gewoon eisen dat er meer tijd, vrijheid en vertrouwen komt. Niet omdat we verwend zijn en maar alles willen kunnen maken, maar omdat het publiek uiteindelijk naar de bioscoop komt om te zien en te horen hoe een ander mens ergens over denkt. En we dit zo goed mogelijk willen doen
Het goede nieuws is dat er ook dit jaar weer films en series zijn gemaakt die onmiskenbaar kwaliteit hebben: namelijk een kwaliteit die erkend wordt door zeer kritische fijnproevers.
En dat gaan we vieren.
Geïnspireerd voorwaarts!
Pingback: Afdeling Filmzaken wint Zilveren Pen | Afdeling Filmzaken
Helemaal mee eens -Nobody knows everything,het begint met nederigheid en je kwetsbaar durven opstellen.Weg met het wantrouwen,ga voor vertrouwen en help elkaar!
Pingback: Artikel | Trends & Ontwikkelingen 22 maart 2019 - Mestmag.nl
LOGLINE: ‘ de kracht van de macht ‘ Eduard Copyright WGA-West USA
Everybody knows nothing “ old school.🚁
Hi nice reading your blogg