Veel regisseurs en scenarioschrijvers realiseren zich niet dat ze eigenaar zijn van het werk dat ze maken. Als eigenaar hebben ze auteursrechten / eigendomsrechten. (NB acteurs hebben naburige rechten) Op basis van deze eigendomsrechten kunnen ze een vergoeding vragen voor het gebruik van hun werk.
In artikel 1 van de Auteurswet staat :
«Het auteursrecht is het uitsluitend recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld.»
Door dit auteursrecht beschikt de auteur over twee exclusieve rechten: het alleenrecht om het beschermde werk openbaar[1] te maken en het alleenrecht om het te verveelvoudigen[2].
De Auteurswet bepaalt hiermee dat degene die een werk wil exploiteren (openbaar wil maken en of verveelvoudigen) toestemming moet hebben van de rechthebbenden. Dit geldt ook als men het werk wil uitlenen of verhuren. De maker kan voor het verlenen van toestemming een vergoeding vragen.
Er hoeft overigens niet voor elke openbaarmaking of verveelvoudiging toestemming gevraagd te worden aan de auteur. Men mag bijvoorbeeld zonder toestemming citeren uit een auteursrechtelijk beschermd werk, mits het werk al gepubliceerd is, het een kort fragment is en de auteur erbij vermeld wordt.
Bovendien mag iedereen voor eigen oefening, studie of gebruik enkele kopieën maken van een werk, een zogenaamde Thuiskopie of Privé kopie. Voor het reproduceren is ten behoeve van de maker of diens rechtverkrijgenden een billijke vergoeding verschuldigd. Een thuiskopie mag niet aan derden worden afgegeven, op dat moment wordt het ‘voor eigen gebruik’ overschreden.
Voor filmmakers is er een speciale paragraaf in de Auteurswet opgenomen, maar ook in deze paragraaf staat dat de filmmaker recht heeft op een billijke vergoeding voor het gebruik van zijn werk.
VERGOEDINGEN
Op basis van de Auteurswet kan een maker dus in veel gevallen een vergoeding vragen voor het gebruik van zijn werk, vaak in de vorm van een royalty.
In sommige gevallen, zoals in het geval van de vergoeding voor het maken van een thuiskopie of het uitzenden van programma’s staat het in de wet dat de vergoeding geregeld moet worden via een CBO: een collectieve beheersorganisatie. In een aantal andere gevallen, zoals bijvoorbeeld voor het incasseren van een vergoeding voor VOD exploitatie, is het het makkelijkste dat de vergoeding geregeld wordt via een CBO.
Een Collectieve Beheersorganisatie incasseert in dat geval namens rechthebbenden auteursrechtelijke vergoedingen en keert deze vergoedingen vervolgens aan de rechthebbenden uit.
In dit cbo-overzicht staat welke CBO’s er zijn, welke vergoedingen ze incasseren en of je je als maker moet aansluiten.