Auteurscontractenrecht | Samenvatting voor filmmakers en producenten

buster-keaton-1708958__340Vanaf 1 juli 2015 geldt het nieuwe Auteurscontractenrecht dat de positie van filmmakers moet verbeteren.

Voor een doorsnee filmmaker is deze wetstekst taaie kost. Daarom heeft afdeling Filmzaken een samenvatting gemaakt.

Het is  sowieso verstandig om bij contractonderhandelingen advies in te winnen bij de juridische afdeling van je belangenorganisatie en of je te laten bijstaan door een juridisch specialist of je agent.

Dit alles neemt niet weg dat je je als filmmaker kunt informeren.   Een filmmaker die zijn recht kent, staat altijd sterker.

Belangrijkste punten van het nieuwe Auteurscontractenrecht voor filmmakers:

  • Filmmakers hebben recht op een billijke vergoeding, wanneer ze hun rechten overdragen aan de producent.  Van het recht op een billijke vergoeding kan geen afstand worden gedaan.
  • Scenarioschrijvers, regisseurs en hoofdrolacteurs krijgen een billijke proportionele vergoeding voor uitzendingen, wanneer ze deze rechten overdragen aan de producent. Van het recht op deze proportionele billijke vergoeding kan geen afstand worden gedaan.
  • Filmmakers kunnen aan de producent een billijke vergoeding vragen wanneer hun werk op een ‘nieuwe’ manier, een manier die nog onbekend was ten tijde van het afsluiten van het contract, geëxploiteerd wordt.
  • De billijke vergoeding geldt voor werken die ontstaan zijn na 1 juli 2015
  • De bestsellersclausule : Bij een onverwacht succes heeft de maker recht op een extra vergoeding.  (Geldt alleen voor werken die ontstaan zijn na 1 juli 2015)
  • De non uses clausule: Als de film niet geëxploiteerd wordt, kan het contract ontbonden worden  (Geldt ook voor werken die voor 1 juli 2015 ontstaan zijn)

Filmmakers hebben recht op een billijke vergoeding
.

Het vermoeden van overdracht blijft gehandhaafd. Dat wil zeggen dat filmmakers geacht worden hun exploitatierechten overgedragen te hebben aan de producent. In ruil voor deze overdracht krijgen ze het recht op een billijke vergoeding.

De billijke vergoeding geldt alleen voor werken die ontstaan zijn na 1 juli 2015.

Ongeacht de wijze van overdracht is de producent aan de makers voor de overdracht van rechten en de exploitatie van het filmwerk een billijke vergoeding verschuldigd. Van het recht op een billijke vergoeding kan geen afstand worden gedaan.

In het nieuwe auteurscontractenrecht staat dat een filmmaker geen afstand kan doen van het recht op een vergoeding. Dit is gunstig want het betekent dat de vergoeding niet kan worden afgekocht.

Verder staat er in de wet dat als partijen geen overeenstemming kunnen bereiken over wat een billijke vergoeding is, dat een beroepsvereniging samen met een exploitant (of vereniging van exploitanten) de hulp kan inroepen van de minister van OCW. De minister kan dan op advies van de sector de hoogte van de billijke vergoeding vaststellen.

Scenarioschrijvers, regisseurs en hoofdrolacteurs krijgen een billijke proportionele vergoeding voor uitzendingen.


De meeste concrete verbetering in het contractenrecht is Artikel 45d AW lid 2. Hierin wordt bepaald dat scenarioschrijvers, regisseurs en hoofdrolspelers recht hebben op een proportionele billijke vergoeding voor uitzendingen, wanneer ze deze rechten overdragen aan de producent.

Deze vergoeding valt bovendien onder verplicht collectief beheer en wordt dus door een CBO geïncasseerd bij de exploitant die uitzendt. De vergoeding voor uitzending is hierdoor voor in elk geval scenarioschrijvers, regisseurs en hoofdrolacteurs gegarandeerd.

IMG_3706NB De PAM CBO’s (Lira, VEVAM en NORMA) hebben inmiddels voor scenarioschrijvers, regisseurs en acteurs met RODAP (producenten, omroepen en distributeurs) een afspraak gemaakt over het betalen van de billijke vergoeding voor het uitzenden van programma’s. Bovendien hebben ze voor scenarioschrijvers, regisseurs en hoofdrolacteurs een afspraak gemaakt over een vergoeding voor VOD exploitatie in Nederland.

….een ieder die het filmwerk uitzendt of doet uitzenden of op enige andere wijze mededeelt aan het publiek, per draad of draadloos, met uitzondering van de beschikbaarstelling van het filmwerk op zodanige wijze dat het filmwerk voor de leden van het publiek op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegankelijk is, aan de hoofdregisseur en de scenarioschrijver….

Bekijk hier een animatie voor nadere uitleg

Billijke vergoeding, ook voor nieuwe exploitaties 

(Geldt alleen voor werken die ontstaan zijn na 1 juli 2015)

Filmmakers kunnen voortaan aan de producent een billijke vergoeding vragen wanneer hun werk op een ‘nieuwe’ manier, een manier die nog onbekend was ten tijde van het afsluiten van het contract, geëxploiteerd wordt.

Indien de maker exploitatiebevoegdheden heeft verleend ten aanzien van een exploitatie op een ten tijde van sluiting van de overeenkomst nog onbekende wijze en de wederpartij gaat hiertoe over, is hij de maker hiervoor een aanvullende billijke vergoeding verschuldigd.

De maker kan de vergoeding ook direct bij de exploitant vorderen.

De bestsellerclausule

(Geldt alleen voor werken die ontstaan zijn na 1 juli 2015)

Wanneer de film een grotere hit is dan gedacht, dan kan de filmmaker een extra vergoeding vragen.

“De maker kan in rechte een aanvullende billijke vergoeding vorderen van zijn wederpartij, indien de overeengekomen vergoeding gelet op de wederzijdse prestaties een ernstige onevenredigheid vertoont in verhouding tot de opbrengst van de exploitatie van het werk.”

In het geval van een filmwerk is het de vraag wanneer er sprake is van ernstige onevenredigheid in de verhouding tussen de opbrengst en de vergoeding. Bij een filmwerk is namelijk niet altijd duidelijk wat de opbrengst is. Aan de andere kant geldt ook hier dat de filmmaker direct bij de exploitant een aanvullende billijke vergoeding kan vorderen. Deze bepaling geldt overigens alleen voor filmwerken die na 1 juli 2015 zijn ontstaan.

De non uses clausule

(Geldt ook voor werken die voor 1 juli 2015 ontstaan zijn)

Deze clausule is met name gunstig voor auteurs die in hun eentje of met een overzichtelijke groep, het werk gemaakt hebben. Hij of zij kan namelijk, als het contract met de producent ontbonden is, zelf het werk gaan exploiteren. In het geval van een filmwerk kunnen filmmakers alleen zelf iets met de film doen wanneer ze over de rechten beschikken van alle andere makers van de film.

IMG_0197De maker kan de overeenkomst geheel of gedeeltelijk ontbinden indien de wederpartij het auteursrecht op het werk niet binnen een redelijke termijn na het sluiten van de overeenkomst in voldoende mate exploiteert of, na het aanvankelijk verrichten van exploitatiehandelingen, het auteursrecht niet langer in voldoende mate exploiteert.

Mocht je geïnteresseerd zijn in de volledige wettekst, dan kan je die hier downloaden.

Dit bericht werd geplaatst in Alle berichten, auteursrecht > issues, filmmakers, juridisch, producenten en getagged met , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie