Mei 2019 : Download de PDF met uitleg of lees op NFF extended een uitleg over financiering en verdeling van opbrengsten van een film
Op basis van onze artikelen ontvangen we opmerkingen en soms ook aanvullende informatie. Deze informatie verwerken we zo snel als mogelijk. In dit artikel hebben we een overzicht aangepast, het BUMA percentage verlaagd en bleek er ook nog NFC bijdrage gerekend te worden.
Lees hier hoe de verdeling van inkomsten in Engeland verloopt. De NL bioscopen lijken vergeleken met Engeland wel erg hoge percentages te rekenen.
Vragen of opmerkingen kun je mailen aan afdeling@filmzaken.com
Hoe wordt ‘de filmkoek’ verdeeld?
Hierbij als voorbeeld de verdeling van opbrengsten van een van de succesvolste bioscoopfims van de afgelopen jaren. Totale opbrengst bijna 8 miljoen euro.
Samenvatting Nederlandse situatie:
Op basis van cijfers uit Facts & Figures mei 2016 hebben we voor een film met een gemiddeld budget en financieringsstructuur op een rij gezet hoe de verdeling van inkomsten uit de bioscoop verloopt.
Wanneer er 515.000 bezoekers naar de film gaan, levert dat een boxoffice van meer dan 4 miljoen. Hiervan houdt de bioscoop 2.3 miljoen in. De distributeur ontvangt in totaal net iets meer dan 1 miljoen euro (incl. P&A en MG), de producent (dankzij bonus voor succes via het Filmfonds) iets meer dan 50.000. De producent ontvangt namelijk via het Filmfonds een bedrag (in ons voorbeeld 478.850 euro) om te besteden aan een nieuwe film. Hiervan ontvangt hij een producersfee. (NB de zogenaamde bonus regeling is in 2018 afgeschaft)
Als de makers een winstaandeel hebben afgesproken, meestal 5-10% van de producentenobrengst, dan ontvangen ze ieder een bedrag tussen de 250 en 500 euro. Ze ontvangen overigens geen bonus voor succes via het Filmfonds.
Hieronder meer over hoe de verschillende berekeningen tot stand komen.
INLEIDING
Nederlandse films, speelfilms en documentaires leveren inkomsten op wanneer ze worden aangeboden aan een publiek, bijvoorbeeld in de bioscoop, uitgezonden op televisie of via Video on Demand platforms. Verschillende partijen kunnen op deze manier geld verdienen met de exploitatie van films; de bioscoopexploitant, de producent en de filmmakers (via hun CBO’s en als ze een winstaandeel hebben afgesproken)
Het is niet eenvoudig om te bepalen hoe de verschillende inkomsten verdeeld worden. In het geval van een televisieuitzending weten we dat er reclame-inkomsten zijn en dat er via abonnementen geld wordt verdiend, maar we hebben geen inzage in de hoogte van deze bedragen. Ook VOD exploitatiecijfers zijn niet altijd beschikbaar.
We hebben wel inzicht in wat er met bioscoopexploitatie verdiend wordt en weten ook hoe dit verdeeld wordt. Dit is met name voor producenten interessant, maar ook voor filmmakers die in hun contract met de producent een winstpercentage hebben afgesproken.
BEREKENING VERDELING INKOMSTEN VIA BIOSCOOP
Nadat de bezoeker zijn bioscoopkaartje betaald heeft verloopt de verdeling aldus :
Gemiddelde prijs bioscoopkaartje = 8,10. (bron : Facts&Figures Filmfonds mei 2016)
- Van de Bruto Boxoffice (wat er aan de kassa binnenkomt) wordt
- BTW afgedragen (6%)
- Bijdrage Abraham Tuschinskifonds (1% van boxoffice; schatting op basis van bestedingsreglement ATF)
- De Netto Boxoffice wordt verdeeld tussen de bioscoopexploitant en de distributeur. De exploitant houdt meestal 61% in waarna de distributeur 39% ontvangt
- Van het geld dat de distributeur ontvangt (Filmrental) worden de volgende posten afgetrokken:
- BUMA (1.81% )
- het NFC lidmaatschapsgeld (2,9%)
- P&A kosten (afhankelijk van afspraak met producent)
- Het bedrag dat ontstaat, nadat bovenstaande kosten zijn verrekend, heet Netto resultaat bioscoop. Van dit bedrag wordt de MG (minimum garantee) afgetrokken. Hierbij zijn 2 varianten bekend:
A. FROM THE TOP deal : Dit betekent dat de distributeur het gehele MG-bedrag aftrekt van het Netto resultaat bioscoop. Soms is hierbij afgesproken dat, nadat de MG is terugverdiend, de producent zijn investeringsbedrag én dat van de private investeerders kan aftrekken van het Netto resultaat bioscoop
Bedrag waarbij er mogelijk sprake is van winst voor distributeurs en producent = Netto resultaat bioscoop – MG bedrag – Investering producent – investering private investeerders
B. OUT OF PRODUCERS SHARE (komt het meeste voor) : In dit geval wordt de MG terugverdiend uit het aandeel van de producent.
Bedrag waarop de producent mee gaat delen = Netto resultaat bioscoop – (MG bedrag):aandeel producent
5. Als de distributeur en producent hun investeringen hebben terugverdiend krijgen andere partijen zoals het Filmfonds, het CoBO Fonds etc. hun bijdragen aan de film terug.
6. Wanneer de bioscoopopbrengst onvoldoende is om de MG investering terug te verdienen dan wordt deze gerecoupt uit de DVD/ VOD opbrengsten.
7. Het aandeel van de producent in bioscoopopbrengsten verschilt vaak van het aandeel dat de producenten hebben in VOD. Wanneer het aandeel van de producent in VODinkomsten lager is dan het aandeel van de producent in Bioscoopinkomsten, dan is de OUT OF PRODUCERSSHARE deal ongunstig voor de producent. Het duurt dan nog langer voordat het MG bedrag is terugverdiend en dus duurt het ook langer voordat de producent gaat meedelen.
Zie hier het recoupmentschema van het Filmfonds
Overzicht van gebruikte termen
Bruto box office = het totale bedrag dat er met de verkoop van bioscoopkaartjes verdiend wordt = aantal bezoekers x gemiddelde kaartprijs (8,10 euro)
Netto box office = Bruto box office – BTW (6%) – AFT Fonds (1%)
Netto filmhuur = Netto box office x net film rental (meestal 39%)
Netto resultaat bioscoop = Netto filmhuur – BUMA – NFC lidmaatschap – P&A kosten
Producentendeel = Netto resultaat bioscoop x producentenaandeel (variërend van 25% – 75%)
Netto producentendeel = Producentendeel – MG
Producentenwinst = Netto producentendeel – Investering Producent en private partijen
De termen in het Engels
Gross Boxoffice = total boxoffice
Net boxoffice =Gross Boxoffice – VAT
Net Filmrental = Net boxoffice x filmrental percentage
Net Result Theatrical = Net Filmrental – Buma – ABRAHAM TUSCHINSKI FUND – sometimes NFC contribution fee – P&A costs.
Producersprofit =((Net Boxoffice) x Filmrental fee – (costs)) x producersfee – MG – Producers investment.
Producersfee x Netresult TH = Producersshare
Producersshare – MG = Net Producersshare
Net Producersshare – Investment Producer = Producers-profit
Pingback: Verdient een producent aan de bioscooprelease? | Filmzaken
Pingback: Maatregelen voor op de Arbeidsmarktagenda | Afdeling Filmzaken
Pingback: Goede uitgangspunten voor cultuurbeleid 2021 – 2024 | Afdeling Filmzaken
36a030 walmart at is price
http://viagraqwoiu.com/
prescription free is