Afdeling Filmzaken komt op basis van het Engelse rapport over de gevolgen van Film Tax Relief tot de volgende conclusies:
Hoewel het onderzoek verricht is door de onafhankelijke filmproducenten in Engeland zelf, toont het rapport voldoende aan dat deze producenten terecht de noodklok luiden. De Film Tax Relief heeft hen de afgelopen jaren onvoldoende gesteund op het moment dat ze geconfronteerd werden met de economische crises, de digitalisering en veranderend kijkgedrag waardoor allerlei financieringsmogelijkheden wegvielen. De Film Tax Relief heeft voor deze problemen geen oplossing geboden. De regeling levert weliswaar een bijdrage aan de productiekosten, maar is er niet op gericht om private investeerders aan te trekken en ze compenseert ook niet het wegvallen van pre-sales mogelijkheden.
Acht jaar nadat de regeling in werking is gegaan hebben de Engelse onafhankelijke producenten grote moeite hun hoofd boven water te houden en vrezen ze in een neerwaartse spiraal terecht te komen. De incentive trekt grote filmbedrijven naar Engeland waardoor productiekosten stijgen en het nog lastiger is om de film te financieren. De lage en middelhoge budget films moeten vervolgens concurreren met hoge budgetfilms met grote internationale sterren. Dit leidt onvermijdelijk tot een lager marktaandeel voor de lage- en middelhoge budgetfilms waardoor ze nog weer moeilijker te financieren zijn.
Als deze trend doorzet zal de markt op een gegeven dag gedomineerd worden door louter grote (internationale) film bedrijven, met als gevolg dat er nauwelijks ruimte zal zijn voor talentontwikkeling en innovatie. De toekomst van de Engelse filmsector is dus op dit moment zeer onzeker.
Het lijkt ons een serieus aandachtspunt en iets dat wij hier in Nederland moeten zien te voorkomen.
In het vorige artikel vroegen we ons als af of het niet vreemd is dat subsidie verdeeld kan worden zonder dat er vooraf onderzoek is gedaan naar de mogelijke gevolgen ervan. Subsidie kan immers net zo goed vitale processen verstoren en een sector te afhankelijk maken.
Het lijkt ons dat alle betrokken partijen hun uiterste best doen om tot maatregelen te komen die de filmsector op een goede manier versterken. Nu de cash rebate regeling wordt geëvalueerd ligt er een mogelijkheid om tot de best mogelijke regeling te komen. Nader onderzoek is hiervoor belangrijk en er kan gekeken worden naar ervaringen in andere landen met soortgelijke regelingen.
Eind april verscheen er een rapport over de gevolgen van de Film Tax Relief, een incentive die in 2007 in Engeland ingevoerd werd. Deze regeling is vergelijkbaar met onze Nederlandse cash rebate, met als verschil dat de regeling in Engeland openstaat voor low-budget en High End televisiedrama en dat er niet 30% maar 25% terugbetaald wordt in de gekwalificeerde kosten.
Het onderzoek dat aan de basis ligt van het rapport is gedaan in opdracht van UK producers body Pact, de Engelse belangenvereniging van onafhankelijke televisie-, film-, animatie- en nieuwe media producenten. Tussen 2007 en 2015 hebben ze onderzocht hoe het filmklimaat voor de onafhankelijke filmindustrie veranderd is. In deze periode werd niet alleen de Film Tax Relief geïntroduceerd, maar was er ook sprake van de economische crisis en digitalisering. Het is dan ook de vraag in hoeverre de incentive de positie versterkt heeft van onafhankelijke producenten in Engeland.
Afdeling Filmzaken komt tot de volgende conclusie:
Hoewel het onderzoek verricht is door de onafhankelijke filmproducenten in Engeland zelf, toont het rapport wel voldoende aan dat deze producenten terecht de noodklok luiden. De Film Tax Relief heeft ze de afgelopen jaren onvoldoende gesteund op het moment dat ze geconfronteerd werden met de economische crises, de digitalisering en veranderend kijkgedrag waardoor allerlei financieringsmogelijkheden wegvielen. De Film Tax Relief heeft voor deze problemen geen oplossing geboden. De regeling levert weliswaar een bijdrage aan de productiekosten, maar is er niet op gericht om private investeerders aan te trekken en ze compenseert ook niet het wegvallen van pre-sales mogelijkheden.
Acht jaar nadat de regeling in werking is gegaan hebben de Engelse onafhankelijke producenten grote moeite hun hoofd boven water te houden en vrezen ze in een neerwaartse spiraal terecht te komen. De incentive trekt grote filmbedrijven naar Engeland waardoor productiekosten stijgen en het nog lastiger is om de film te financieren. De lage en middelhoge budget films moeten vervolgens concurreren met hoge budgetfilms met grote internationale sterren. Dit leidt onvermijdelijk tot een lager marktaandeel voor dit soort films waardoor ze nog weer moeilijker te financieren zijn.
Als deze trend doorzet zal de markt op een gegeven dag gedomineerd worden door louter grote (internationale) film bedrijven. Hetgeen nadelige gevolgen heeft voor talentontwikkeling en innovatie. De toekomst van de Engelse filmsector is dus op dit moment zeer onzeker.
Hierbij het volledige rapport The State of the UK Independent Film Sector en enkele highlights uit het rapport.
- Hoewel er aanzienlijk meer geld uitgegeven is aan het produceren van feature films, werd het overgrote deel (75%) uitgegeven aan het produceren van buitenlandse producties en hebben onafhankelijke Engelse producenten en filmmakers nauwelijks geprofiteerd van de stimuleringsmaatregel.
- Het financieren van onafhankelijke films is tussen 2007 en 2015 niet verbeterd.
Generally, UK independent producers finance their projects by piecing together financing from disparate sources. These can include public funding and FTR, as well as commercial finance through the preselling of distribution rights to international territories or from equity or debt providers. Co- production partners may also supply finance, while a bank or other provider is likely to be engaged in order to cashflow elements such as presales contracts and FTR.
- De budgetten (behalve de budgetten van grote commerciële films van meer dan £10 miljoen) van onafhankelijke films zijn steeds meer onder druk komen te staan en zijn daardoor gedaald.
- De Film Tax Relief is niet speciaal gericht op het aantrekken van particulieren investeerders. De stimuleringsmaatregel die gehanteerd werd tot 2007 was dat wel.
While the current FTR mechanism supplies independent producers with a crucial financing component, it is not geared specifically towards attracting private investment into film.
- Aan de andere kant zijn de kosten van de film gestegen door verhoging van de juridische kosten en omdat crews duurder zijn geworden.
For example, approximate all-party legal costs on a film with a budget of around £2 million, on which the financiers had no in-house capacity, were approximately £77,000, inclusive of production legals. Conversely, on a film with a budget nearly twice the size, where all but one of the financiers had legal capacity in-house, all-party legal costs were just over half that amount.
A concern is that the upward trend in crew costs appears to be ongoing, with 42% of respondents identifying costs as having risen since 2012, compared with 44% since 2007.
- De beschikbaarheid van facilitaire bedrijven is verslechterd voor onafhankelijke filmproducenten.
Another impact of the wider production boom is that established studio facilities are very busy indeed. According to the Pinewood Group, its stage occupancy stood at 90% for the year ending 31st March 2016, up from 80% the previous year.41 Studio capacity limitations have reportedly hampered the UK’s ability to host some major inward productions in recent years, and while low-budget independent productions may not opt to undertake set builds, shooting instead at existing locations, lack of capacity can impact independent producers.
- Als goede facilitaire bedrijven en crewleden tijd hebben en bereid zijn voor een lager te werken, dan is het gunstig dat hun talent en vakmanschap bij grote producties hebben kunnen ontwikkelen
The growth of inward investment projects in the UK, and their extensive use of UK talent, does have a number of reciprocal benefits for UK independent producers. For example, talent who have attained global exposure through Studio projects can help attract finance and attention to an independent film, providing they are willing to work on such films. Meanwhile, cutting-edge skills developed on high- budget projects can become available for UK independents such as in the hair and make-up and post production and VFX areas.
- De mogelijkheden voor pre-sales zijn verminderd waardoor het nog moeilijker is om de film te financieren. Onafhankelijke producenten zijn kwetsbaarder dan productiebedrijven in handen van een studio of buitenlandse partij en dus gevoeliger voor een verslechterd financieringsklimaat.
Independent producers must generally create a new financial model and structure for each project, and then sell to international distribution companies to financially exploit the resulting film. In comparison, the Studio model is vertically integrated, with existing financing and distribution structures through which productions can be channelled. Because of these differences, the independent sector is comparatively more exposed to market volatility.
- Het marktaandeel van de Engelse film staat onder druk omdat het aanbod van (o.a. grote Internationale) films enorm gegroeid is en onafhankelijke films daarbij ook nog eens aanmerkelijker korter in de bioscoop staan.
The overall value of the UK box office may have increased significantly over the timeframe – from £821 million in 2007 to £1.2 billion – but market space has become very much more limited by the sharply rising product flow. In 2007, 516 films were released in the UK and the Republic of Ireland. In 2015, there were 759 releases – an increase of 47%.
This pressure is also evident in average length of cinema release, with UK independent films averaging a shorter release than Studio films. According to the BFI, the median theatrical release length for UK independents was eight weeks in 2015, lower than both UK Studio-backed films and US films.
Pingback: Trends & ontwikkelingen 23 mei 2017 - Mestmag.nl
Pingback: Cash Rebate geactualiseerd! Maar is ze ook verbeterd? | Filmzaken