‘onder voorwaarden is een ondergrens van € 600.000 toereikend om in aanmerking te komen voor een financiële bijdrage ’
Welke voorwaarden worden hier bedoeld en wat is high end?
Note : Het was niet eenvoudig om greep te krijgen op de nieuwe regeling, reden waarom met name de conclusie van dit artikel een aantal keren is aangepast.
OPINIE
Voor filmmakers die gesteld zijn op hun onafhankelijkheid en bij wie autonomie hoog in het vaandel staat kan de Netherlands production incentive – de cash rebate regeling – een uitkomst zijn. Het is een regeling waarmee een producent, als het goed is, zonder zijn onafhankelijkheid of autonomie in te hoeven leveren, een bijdrage kan ontvangen in de productiekosten van zijn film.
Begin dit jaar was er nogal wat onrust rond de regeling; ze zou gekaapt worden door televisie en daarbij was er nog wel het een en ander op aan te merken. Inmiddels is de regeling geactualiseerd. Aanleiding voor Afdeling Filmzaken om haar nog een keer zorgvuldig onder de loep te nemen.
Ervaringen tot nu toe
Buitenlandse producties
De economische cash rebate maatregel bestaat sinds 2014. Tot nu heeft hebben niet alleen Nederlandse producties, maar ook een aantal grote buitenlandse producties hiervan gebruik gemaakt. En dat is goed nieuws, vooral voor Nederlandse facilitaire filmbedrijven die ingehuurd worden, maar er kleeft ook een gevaar aan. Grote buitenlandse productiehuizen kunnen eenvoudiger dan Nederlandse producenten voldoen aan de eisen die gesteld worden. 50% van het budget moet bijvoorbeeld gedekt zijn met externe financiering. Dat is voor een buitenlandse major niet zo’n probleem; voor Nederlandse producenten wel. Een buitenlandse productie ontvangt hierdoor vrij eenvoudig de maximale bijdrage (vanaf 1 oktober is dat 1,5 miljoen). Dit bedrag hoeft bovendien niet terug betaald, terwijl dat bij een Nederlandse productie wel het geval is.
De regeling droeg bij aan het verbeteren van de positie van buitenlandse productiemaatschappijen (en hebben die het eigenlijk wel nodig?), maar heeft ze de financiële positie verbeterd van Nederlandse filmmakers en producenten?
Wanneer we naar de ervaringen in Engeland kijken, met een soortgelijke regeling, dan is niet ondenkbaar dat Nederlandse onafhankelijke producenten in een neerwaartse spiraal terecht komen. De incentive trok in Engeland, net als in Nederland, grote buitenlandse producties aan, met als gevolg dat productiekosten stegen en het nog lastiger werd om een film te financieren. De lage en middelhoge budget films moesten vervolgens concurreren met hoge budgetfilms met grote internationale sterren. Dit leidde weer tot een lager marktaandeel voor de lage- en middelhoge budgetfilms waardoor ze nog moeilijker te financieren waren etc. etc.
Ontplooiïng filmtalent in Nederland
En hoe staat het met het doel van de regeling waarin geformuleerd staat dat ze de ontplooiing van filmtalent in Nederland en de diversiteit, kwaliteit en verspreiding van filmproducties stimuleert? Nederlandse scenarioschrijvers en regisseurs hadden alleen via een beperkte groep gevestigde producenten toegang tot de regeling, nieuwe producenten konden er al helemaal geen gebruik van maken. Filmtalent kan zich dus ontplooien, mits hij samenwerkt met een gevestigde producent die voldoet aan de eisen van het Filmfonds. Dit heeft tot gevolg dat gevestigde producenten het voor het uitkiezen hebben en de filmmaker maar moet afwachten of zijn project gekozen wordt.
Administratiedruk
Een ander minpunt was dat de regeling nogal wat administratieve voeten in de aarde had. De aanvrager, en de mensen waar hij zaken mee doet, moesten aan nogal wat eisen voldoen. We noemen als voorbeeld de vulverklaring, waarin een leverancier, waarvan de producent 30% van de in rekening gebrachte productiekosten vergoed wil krijgen, verklaart dat hij het Nederlands Filmfonds in de gelegenheid stelt inlichtingen in te winnen bij derden en desgewenst inzage te geven dan wel toegang te verlenen tot de eigen administratie…
Het zal niemand verbazen dat het wat overredingskracht kost om leveranciers deze verplichte verklaring te laten ondertekenen.
Low budget films
Het meest essentiële bezwaar tegen de regeling was dat ze niet toegankelijk was voor films met een begroting van minder dan 1 miljoen euro (low budget films). En dat is zonde. Binnen deze categorie debuteren nu juist jonge filmmakers en vinden er regelmatig interessante experimenten plaats. Een succesvolle lowbudgetfilm is daarbij zo langzamerhand nog de enige mogelijkheid om iets te verdienen met een film.
Lobby voor een verbeterde cash rebate regeling
Begin 2017 deed het gerucht de ronde dat er geld over was van de cash rebate regeling en dat dit bedrag besteed zou worden aan high end televisie. We hebben op deze site toen een aantal informerende artikelen gepubliceerd om aandacht te vragen voor bovenstaande problemen en om te onderstrepen hoe belangrijk elke cent financiering is voor de Nederlandse film. Ondertussen startte een aantal filmpartijen een lobby voor een verbeterde cash rebate regeling. De wens was om, als de regeling dan toegankelijk gemaakt zou worden voor high end televisie, dat deze dan ook toegankelijk zou zijn voor low budget films.
Cash rebate in 2017 geactualiseerd
En nu is het zover. De regeling is geactualiseerd en treedt in werking op 1 oktober. Het blijkt dat de regeling inderdaad verbreed wordt naar high end TV series en dat er ruimte gemaakt wordt voor speelfilms met een lager productiebudget. De lobby vanuit de sector heeft dus gewerkt?
Maar… – we juichen dan wel graag, we juichen liever niet te vroeg want – ‘wat betekent ruimte maken? en wat is ‘high end’?
IS DE REGELING VERBETERD?
Natuurlijk zou het wat al te optimistisch zijn om te denken dat alle bezwaren tegen de vorige regeling in één klap verholpen zijn, maar we hadden nu ook weer niet verwacht dat er bij het actualiseren van de regeling zo weinig rekening gehouden zou worden met de problemen waar Nederlandse filmmakers en producenten mee kampen.
Na het bestuderen van de reglementen weten we nu ook wat er bedoeld wordt met ‘ruimte maken’. Het betekent dat de aanvrager van een low budget film een gemotiveerde schriftelijk verzoek kan doen bij het bestuur, op basis waarvan het bestuur kan beslissen of het project in aanmerking komt voor een bijdrage. Dit zijn wel heel veel slagen om de arm.
En wat is high end? High end is een televisieserie van cinematografische kwaliteit in het genre fictie die door zijn productiewaarde en artistieke kwaliteit het aanbod van series verrijkt! We verheugen ons niet op de discussie die ongetwijfeld ontstaat over wat deze begrippen concreet inhouden.
Semi automatisch?
We waren er echt even stil van. De criteria voor low budget en high end zijn wel heel makkelijk ingevuld. Daar is natuurlijk niets op tegen, maar zulke voorwaarden horen gewoon niet thuis in een semi-automatische regeling, simpelweg omdat er weinig automatisch aan is.
Automatisch betekent normaliter dat als je aan de voorwaarden voldoet, dat er dan grote zekerheid is dat de aanvraag beloond wordt. Maar dit geldt natuurlijk niet voor voorwaarden waarbij een groot aantal slagen om de arm gehouden wordt. Je kan als aanvrager dan wel denken dat je een ontroerend waterdichte motivatie hebt of dat jouw serie uitblinkt in cinematografische kwaliteit (hoe is dat überhaupt mogelijk met een plan?), het staat het bestuur vervolgens vrij om hier een andere mening over te hebben. En dan beslist het bestuur. Bezwaar maken heeft ook weinig zin want het bestuur heeft binnen zo’n structuur altijd gelijk.
Op de site van het Filmfonds staat : Toetsing van aanvragen geschiedt op basis van strikte financiële, juridische en zakelijke criteria en met behulp van een puntensysteem. Een behoorlijk aantal criteria zijn wel zakelijk en juridisch, ze zijn ook voor meerdere interpretaties vatbaar. En ook in dat geval neemt het bestuur, al dan niet bijgestaan door een adviescommissie, op basis van een persoonlijke beoordeling het besluit.
- aannemelijk is dat de filmproductie neergelegde doel gerealiseerd kan worden conform de in de aanvraag begrote uitgaven en dat de begrote uitgaven redelijk, kostenefficiënt en marktconform zijn
- voldoende vertrouwen bestaat dat het filmplan naar behoren zal worden uitgevoerd
- aannemelijk is dat de aanvrager aan de in dit reglement vermelde verplichtingen kan
voldoen; - de publieksprognose onderbouwd is door het filmplan met alle daartoe behorende
bijlagen en stukken.
Het is niet alleen verwarrend voor de aanvrager, het is ook gewoon zonde dat in deze semi automatische regeling subjectieve criteria opgenomen zijn. We vragen ons zelfs af of de regeling hierdoor nog wel semi-automatisch genoemd kan worden.
High end TV series
Het is natuurlijk fijn dat de regeling is uitgebreid naar high end tv series, maar het biedt helaas geen oplossing voor de serieuze problemen waar Nederlandse producenten en filmmakers mee kampen.
Maximale bijdrage verhoogd naar 1,5 miljoen
Dat de maximale bijdrage verhoogd wordt naar 1,5 miljoen lijkt fijn, maar zoals we eerder zeiden zullen waarschijnlijk buitenlandse producenten hier voordeel van hebben omdat ze makkelijker voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden.
Als het fonds heeft gekeken naar de ervaringen in Engeland, dan hopen we dat er gewerkt wordt aan aanvullende (fiscale) maatregelen die het aantrekken van financiering uit de private sector aantrekkelijker kunnen maken. En dat moeten bij voorkeur regelingen zijn die open staan voor iedereen, zodat er meer mogelijkheden zijn voor het ontstaan van diversiteit.
Verhoging van percentage naar 35%
Internationale co-producties die meer dan 75% van digitale productiekosten (de kosten voor een digitale work flow; animatiewerk, visual effects, beeld- en geluid-nabewerking) in Nederland besteden komen in aanmerking voor een vergoeding van 35% van de gekwalificeerde productiekosten. Dit geldt ook voor projecten die geen andere staatssteun ontvangen of hebben ontvangen. Met andere woorden : Als je 35% procent vergoed wil krijgen in de gekwalificeerde productiekosten dan moet je 65% van de begroting dekken met externe financiering. We hebben het al eerder gezegd, het is niet eenvoudig om 50% van de begroting te financieren voor een Nederlandse producent. Laat staan dat het hem lukt om 65% rond te krijgen. Deze maatregel zal dus ook vooral gunstig uitpakken voor buitenlandse producties.
Terugbetalen bijdrage
Zolang buitenlandse partijen de cash rebate bijdrage niet terug hoeven te betalen moeten Nederlandse partijen dat ook niet hoeven te doen. En als bijdragen uiteindelijk wel terug betaald worden, ook door de buitenlandse partijen, dan zou dit in het geval van een Nederlandse partij pas gedaan moeten worden wanneer de Nederlandse producent en makers flink rendement behaald hebben. Op die manier wordt financiering van een film ook weer aantrekkelijker voor privé-investeerders.
Vereisten aanvrager
Dat de aanvrager zorgvuldig om moet gaan met de financiële bijdrage is voor iedereen duidelijk, maar de eisen die er nu gesteld worden zijn dusdanig dat de regeling in wezen slechts toegankelijk is voor een selecte groep producenten. We begrijpen bovendien niet goed waar de vereisten voor de aanvrager op gebaseerd zijn. Dat iemand twee films geproduceerd heeft in de afgelopen zeven jaar is geen garantie voor professionaliteit noch geeft het blijk van talent. De eis beperkt op een vrij rigoreuze manier het aantal aanvragen, maar daar is dan ook alles mee gezegd. De eis staat verder in geen enkele relatie met de doelstelling. Sterker nog het staat haaks op het doel om de ontplooiing van filmtalent te stimuleren.
Aangezien er zoveel aanvullende eisen gesteld worden die op zichzelf al behoorlijk veel garantie bieden op een zorgvuldige besteding, begrijpen we eigenlijk niet zo goed waarom de producent niet beginnend mag zijn?
Een diverse groep talentvolle makers en producenten, die zelf kunnen bepalen met wie ze de film maken, die bovendien inhoudelijke vrijheid hebben, staan garant voor een divers, eigenzinnig en interessant filmaanbod.
Kleine lettertjes
Het Filmfonds kan een afvraag weigeren wanneer:
de noodzaak voor een financiële bijdrage onvoldoende is aangetoond
Het bestuur beschikt over concrete aanwijzingen die het weigeringsbesluit kunnen dragen, indien de aanvrager of de natuurlijk persoon die de aanvrager rechtsgeldig vertegenwoordigt of de betrokken (co)producenten niet heeft/hebben voldaan aan de voorschriften die zijn gesteld aan een eerder door het bestuur toegekende financiële bijdrage, dan wel indien hij toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van één of meer verplichtingen verbonden aan een eerdere subsidieverlening of een uitvoeringsovereenkomst van het Fonds. Een aanvraag kan worden geweigerd of voor behandeling opgeschort, indien er bij een eerdere filmproductie sprake is geweest van het niet tijdig of niet volledig melden van productionele en financiële calamiteiten, of van het niet of niet volledig afleggen van financiële verantwoording.
Of wanneer de aanvragende productiemaatschappij of één van de verantwoordelijke producenten in het verleden ernstig in gebreke is gebleven bij een eerdere fondsaanvraag of ter zake sprake is geweest van verwijtbaar handelen;
Aangezien zo goed als iedere aanvrager wel eens hobbels tegenkomt in het verkeer met het Filmfonds schept dit artikel, juist vanwege het ontbreken van juridische consensus over essentiële begrippen zoals ernstig in gebreke en verwijtbaar handelen, de mogelijkheid om producenten, om wat voor reden dan ook, buiten de deur te houden. We zeggen niet dat het zal gebeuren, maar het kan. Reden te meer om te kiezen voor objectief meetbare criteria.
SAMENVATTEND
Het bedrag dat beschikbaar is voor de Netherlands production incentive is voor films gelijk gebleven en er is een mogelijkheid om een bijdrage te ontvangen voor low budget films. Hiermee is helaas ook alles gezegd. In het reglement staat onder art. 22 lid 4. : naar aanleiding van een gemotiveerd en schriftelijk verzoek van de aanvrager kan het bestuur beslissen dat een aanvraag voor een filmproductie, waarvan de productiekosten tenminste 600.000 euro bedragen, in aanmerking kan komen voor een financiële bijdrage op grond van dit reglement
Meer slagen om de arm houden kan bijna niet. Het is dus essentieel om te weten hoe de beoordeling van gemotiveerde verzoeken in de praktijk werkt. We horen graag wanneer iemand ervaringen opgedaan heeft.
De cash rebate is geactualiseerd, maar samenvattend concluderen we dat er te weinig rekening is gehouden met de belangen van Nederlandse producenten en filmmakers. Grote buitenlandse producties kunnen vrij goed voldoen aan de gestelde voorwaarden en kunnen de maximale bijdrage ontvangen. Het ligt voor de hand dat ze veelvuldig in Nederland zullen neerstrijken. Dit is goed nieuws voor Nederlandse facilitaire bedrijven, maar niet direct voor Nederlandse producenten en filmmakers, alleen al omdat de prijzen van facilitaire bedrijven naar alle waarschijnlijkheid zullen stijgen.
Economisch gezien is de regeling gunstig, maar ze voldoet daarmee nog niet aan het doel dat mede gesteld is :
Daarnaast wordt beoogd de ontplooiing van filmtalent in Nederland en de diversiteit, kwaliteit en verspreiding van filmproducties te stimuleren?
Filmtalent kan zich in Nederland niet ontplooien wanneer er geen mogelijkheden zijn om autonoom (een van de drie basis behoeften) projecten te ontwikkelen. En helaas zijn die mogelijkheden er nauwelijks. Producenten en makers verdienen te weinig om zelf te kunnen investeren in nieuwe projecten en de cash rebate biedt onvoldoende ruimte voor autonomie. Misschien dat een paar ‘gevestigde’ producenten de maximale 35% procent bijdrage zal weten te incasseren, maar die kans is zeer klein. Het betekent dat ze, wanneer ze het maximale bedrag willen ontvangen, 2.7 miljoen euro financiering uit de markt zullen moeten hebben. Dit is niet eenvoudig en naar alle waarschijnlijkheid zal de producent alsnog aankloppen bij een selectieve regeling. Een realiseringsbijdrage via de consulent wordt alleen gehonoreerd worden wanneer hij of zij het scenario inhoudelijk goedkeurt. De praktijk leert dat de consulent regelmatig adviseert om het scenario te verbeteren en ‘nog een slag te maken’. Verbeteren betekent in dit geval dat het team net zolang herschrijft totdat de consulent het scenario goedkeurt.
Voor de makers is het helemaal onzeker of ze nog wel hun eigen projecten kunnen doen. Dat is waarschijnlijk een kwestie van afwachten. Afwachten of ze uitgekozen worden om deel te nemen aan een (buitenlandse) productie of, in het geval dat ze zelf een project hebben, hun project uitgekozen wordt om in productie genomen te worden. Zelf een project initiëren en dit ontwikkelen met de producent naar keuze is eigenlijk geen optie zeker niet als de producent de laatste 7 jaar niet als hoofdverantwoordelijke betrokken was bij twee films (of één film heeft gemaakt maar niet voldoende ervaring opgedaan heeft bij een van de gevestigde producenten).
CONCLUSIE
De regeling is niet gekaapt, maar moet wel aangevuld met een regeling die het investeren in een Nederlandse film aantrekkelijker maakt. Anders hebben vooral buitenlandse producenten voordeel van onze cash rebate. Daarbij biedt de regeling, door de (soms nogal vage) aanvullende voorwaarden, onvoldoende ruimte aan Nederlandse producenten en filmmakers om onafhankelijk, naar eigen inzicht (met name keuze van producent en budget is beperkt) en autonoom films te maken.
We stellen graag nog een aantal aanpassingen voor:
- de regeling wordt soepeler ten aanzien van de vereisten aan de aanvrager (richt zich meer naar de driehoek dan alleen op de producent)
- het bedrag aan deferments telt mee (wellicht tot een maximum percentage)
- de cash rebate bijdrage hoeft pas terug betaald te worden wanneer er behoorlijk rendement is voor de producent en makers
- een Nederlandse producent kan naast de maximale bijdrage van 35% ook nog tot het maximaal toegestane percentage staatssteun ontvangen
- criteria zijn helder afgebakend er wordt geen gebruik gemaakt van een subjectieve beoordeling door het bestuur of een commissie.
Evaluatie
Het bestuur evalueert tenminste een maal in de vier jaar (note : de laatste evaluatie was in 2016) de effecten van de uitvoering van de regeling en de mate waarin deze haar doelstellingen bereikt. Voor deze evaluatie stelt het bestuur een evaluatiecomité samen waarin tenminste drie vertegenwoordigers uit de filmproductiesector vertegenwoordigd zijn. Daarnaast zal het bestuur jaarlijks de uitvoering van de regeling en de mate waarin de hiermee beoogde doelstellingen worden bereikt monitoren en daarover rapporteren wordt een evaluatiecomité samengesteld dat een evenwichtige afspiegeling vormt van de verschillende geledingen in de filmproductiesector en wordt voorzien in een productioneel/zakelijke, creatieve en technische vertegenwoordiging van de sector.
De cash rebate voor high end televisie wordt eerder geëvalueerd. Op basis van het beschikbare budget wordt bekeken onder welke voorwaarden verlenging mogelijk is. Dit wordt drie maanden voor het einde van de pilot bekendgemaakt, dus rond juli 2018.
We vestigen onze hoop op de volgende evaluatieronden…
Wanneer je een aanvraag wil doen kijk dan op de site van het Filmfonds of bekijk de belangrijkste punten van de regeling in het artikel cash rebate 2017 op een rij
Pingback: Trends & Ontwikkelingen 19 september 2017 - Mestmag.nl
Pingback: Arbeidsmarkt | Wat staat er op de agenda | Afdeling Filmzaken
Pingback: Arbeidsmarktagenda | Concreet | Afdeling Filmzaken