De drie basisbehoeften van filmmakers en producenten

Ieder mens heeft een aantal basisbehoeften waarin moet worden voorzien wil hij kunnen functioneren. In het algemeen is dat, om het populair te zeggen; bed, bad en brood. Filmmakers en producenten hebben nog drie andere essentiële behoeften.

  1. Ze moeten weten wat er met hun werk gebeurt; er zicht op kunnen houden en weten of de film in Japan een succes is bijvoorbeeld.
  2. Ze moeten kunnen verdienen met hun werk; op een gelijkwaardige manier meedelen in opbrengsten
  3. Ze hebben autonomie nodig, moeten eigen werk kunnen maken, de ruimte krijgen een eigen stem te vinden, die te ontwikkelen en een oeuvre op kunnen bouwen.

In Nederland wordt op dit moment onvoldoende voorzien in deze behoeften. Met name de makers; scenarioschrijvers, regisseurs, acteurs, cameramensen, editors verliezen hun werk uit het oog. Daarbij delen ze nauwelijks gelijkwaardig mee in opbrengsten en moeten ze veel van hun autonomie inleveren in ruil voor financiering, niet eens zozeer ten aanzien van reguliere financiers, maar ten aanzien van fondsen.

Producenten zijn weliswaar nauwer betrokken bij de exploitatie, maar ook zij delen onvoldoende mee en leveren veel autonomie in.

Door ons kleine taalgebied krijgen economische belangen, ondanks de subsidie die verstrekt wordt, steeds meer de overhand. En daarmee belanden we op een heilloze weg, want met geld alleen krijg je geen bloeiende filmcultuur. Daarvoor heb je toch echt goed ontwikkeld filmtalent nodig. Filmmakers die de ruimte hebben gekregen hun werk naar behoren te doen, die eigen keuzes kunnen maken en voldoende middelen hebben om dat wat ze van plan zijn ook daadwerkelijk uit te voeren.

Maar voordat het zover is moet er allereerst voldaan worden aan de basisbehoeften van filmmakers en producent. Dat kan met de volgende maatregelen.

Een registratiebureau FILMWERKEN zodat iedereen weet wie welke film of programma gemaakt heeft, welke rechten bij wie liggen, welke licenties zijn verstrekt (voor welke prijs) met territorium en tijdsduur.

Financierings- en verdienmogelijkheden uitbreiden. Er komen goed doordachte fiscale maatregelen waardoor het voor investeerders aantrekkelijk is om te investeren in film. Vervolgens worden de opbrengsten transparant verdeeld waarbij erop gelet wordt dat een financier een behoorlijk rendement krijgt op zijn investering en dat er ruimte is voor verdiensten van producenten en filmmakers, zodat ze gestimuleerd worden nieuw werk te maken en te investeren.

Er komt meer FAIR TRADE platforms,  platforms waarop films en programma’s te zien zijn waarvan de opbrengsten eerlijk verdeeld worden.

Makers en producenten leveren niet langer autonomie in voor subsidie, maar krijgen juist met subsidie meer ruimte om autonoom projecten te ontwikkelen. Subsidie wordt daadkrachtig en doelmatig verdeeld, is er op gericht te voorzien in de basisbehoeften van filmmakers en producenten, springt bij wanneer deze behoeften in het geding zijn en zorgt dat deze partijen hun werk optimaal kunnen doen.

Met dit soort maatregelen wordt er een begin gemaakt aan een inhaalslag die gemaakt moet worden. De gemiddelde filmmaker en producent waren tot nu toe zo blij dat ze in dit kleine taalgebied nog films konden maken dat ze vergaten eisen te stellen. Maar het wordt tijd dat filmmakers gaan inzien dat willen ze echt goede films maken, dan moeten ze weten wat ze waard zijn, moeten ze zich ontwikkelen, hun werk goed kunnen doen en aangeven wat hiervoor nodig is.

Als er voorzien wordt in de basisbehoeften van talentvolle filmmakers en producenten dan worden deze partijen volwaardig behandeld, krijgen ze de waardering die ze verdienen en kunnen zeexcelleren. Zo ontstaan er vanzelf films en programma’s die de wereld veroveren, te beginnen in Nederland.

 

 

Dit bericht werd geplaatst in Alle berichten, arbeidsmarkt > issues, debat, debat > oplossingen, filmbeleid > issues, filmmakers, producenten en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.